Zes tips & tricks voor treinreizen met de fiets

0

Op reis met je fiets in de trein? Hartstikke leuk, maar je moet wel even weten hoe het werkt, zeker als je naar het buitenland treint. In FietsActief 5 lees je er alles over. Hier alvast zes tips & tricks van fiets-treinreisexpert Maurits Wever. 

Maurist Wever & fiets-treinreizen

Fiets-treinreizen kan best ingewikkeld lijken. Hoe zit het met tickets, overstappen, in- en uitstappen en de beveiliging van je fiets? In welke treinen mag je fiets mee, en welke landen hebben goede en minder goede faciliteiten? Wie voor het eerst met de fiets in de trein stapt, kan heel wat vragen hebben. Gelukkig kunnen we voor een inleiding in de materie terecht bij Maurits Wever. De enthou­siaste trein- en fietsliefhebber heeft ervaring met treinreizen in de breedste zin van het woord. Het hele stuk lezen? Bestel FietsActief 5 hier. Hieronder vast zes praktische tips van Maurits. Meer lees je ook IN ZIJN BLOG ‘met de trein naar het buitenland reizen’.

Voor Maurits is alles wat met fiets-treinreizen te maken heeft gesneden koek

Zes tips & tricks voor treinreizen met de fiets

1. Geen haast

Heb niet te veel haast! Maak je een gereserveerde reis, plan dan ruime overstappen. Het kan zijn dat je op een station komt waar geen liften zijn of deze kapot zijn, dan moet je sjouwen en kan een overstap plotseling heel krap worden. Wees niet bang om een overstap van 30 of 45 minuten te plannen, daarmee voorkom je veel stress. Reis je zonder reservering, wees dan flexibel en kies de meest ontspannen optie: pak in plaats van de intercity bijvoorbeeld een regionale trein als daar meer plek is. Voor heel lange reizen, zoals naar Rome, is het handig om de reis in twee dagen op te delen. Fiets-treinspecialist Maurits Wever: “Dan kun je bijvoorbeeld in München overnachten. Mensen willen dat vaak niet omdat het ze ‘een dag vakantie kost’, maar zo reis je veel relaxter en kun je de reis ook als vakantie zien.”

2. Beginstation

“Bij langeafstandstreinen is het vaak verstandig om op het beginstation op te stappen, bijvoorbeeld Amsterdam voor de trein naar Berlijn of Bazel/Zürich. Als je in Enschede woont is dat geen handige tip, maar als je in Leiden woont wel. Je kunt ook naar Utrecht gaan, maar daar staat de trein slechts tien minuten stil en als je net op de verkeerde plek staat voor de fietscoupé moet je rennen. In Amsterdam staat de trein klaar en kun je rustig alles inladen en ophangen.”

3. Vroeg reserveren

“Wil je reserveren voor een langeafstandstrein? Het is verstandig om dat vanwege de beperkte capaciteit vroeg te doen. In veel gevallen krijg je dan ook vroegboektarieven. Bij regionale treinen kun je vaak gewoon op het station of in de app kaartjes kopen.”

4. Strategisch instappen

“Instappen? Kijk goed op de borden op de ­stations om te zien waar de fietscoupé komt. Op de grote stations in veel landen hangen schermen met de treinsamenstelling, die correspondeert met letterbordjes die boven het perron hangen – bijvoorbeeld vak A t/m L. Op het scherm kun je zien dat de fietscoupé bijvoorbeeld bij vak C komt. En als je daar gaat staan, sta je direct op de juiste plek. Zeker voor langeafstandstreinen is dat handig. Dit systeem wordt in veel landen gebruikt, waaronder Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk.”

5. Slot mee

“Het kan handig zijn om een slot mee te nemen, maar dat hangt een beetje van de trein af. Als je reserveert voor de trein naar Berlijn krijg je een ­zitplaats bij je fietsplek, net als bijvoorbeeld in de TGV. Bij de nachttrein naar Bazel/Zürich is dat dan weer anders. Die stopt ’s nachts op diverse stations in Duitsland. In dat geval zou ik m’n fiets vastzetten, zeker als-ie niet in het zicht staat.”

6. Demonteren

“Het kan soms handig zijn om je fiets te demonteren. Want als hij binnen bepaalde afmetingen valt, valt hij onder handbagage en hoef je geen fietsplek te reserveren. Maar vaak is dat geen optie: de limiet voor handbagage is in Frankrijk bijvoorbeeld 90 bij 120 centimeter. Dat is praktisch onhaalbaar voor ­normale fietsen. Voor een racefiets is het wel een optie, die kun je goed uit elkaar halen en in een spe­ciale fietskoffer doen. Voor een snelle reis richting Zuid-Frankrijk is dat best te overwegen, maar alsnog blijven het grote units om mee te slepen.”

Tekst: Elias de Bruijne

Deel.

Over de auteur

Comments are closed.