Geen rondje Veluwe, maar een echte fietsreis. Dat is een mooie uitdaging, maar wat komt er zoal bij kijken? 7 prangende vragen aan langeafstandfietsspecialist Henk de Leeuw.

Fietsreis maken? 7x vraag én antwoord

1. Hoe vind je route-informatie?

“Op Europafietsers vind je talloze fietsroutes in Europa of links naar die routes. En de webshop van de Fietsvakantiewinkel heeft veel kaarten en routeboekjes. En ook de Fiets en Wandelbeurs is een bron van informatie. Vroeger fietste ik met kaart en boekjes, maar vanwege mijn ogen rijd ik nu met gps. Een back-up van mijn route zet ik dan in Pocket Earth op mijn iPhone, maar dat kan ook in Komoot. Bij de meeste routeboekjes zitten ook gpx-tracks. Mijn ervaring is dat deze routes over het algemeen goed te fietsen zijn, ook de onverharde paden. Ik schrijf onderweg trouwens altijd dagelijks een verslagje op polarsteps.com. Fijn voor de kinderen en het thuisfront.”

Henk de Leeuw (69 jaar), voormalig ambtenaar bij gemeente West Maas en Waal, heeft twee principes: “Niet vliegen en niet autorijden voor ­plezier of vakantie.” Hij begon in 2011 met het maken van lange fiets­tochten, zoals Berlijn-Kopenhagen-Göteborg-Malmö-Kopenhagen (4400 kilometer). Je vindt zijn reizen op Polarsteps. Henk staat voor De Wereldfietser op het tentenveldje van de Fiets en Wandelbeurs om mensen te informeren.

2. Hoe prepareer je je fiets?

“Belangrijk voor langere tochten is natuurlijk dat je de fiets zelf goed nakijkt, of dat je de fietsenmaker dat laat doen. Banden en remmen zijn erg belangrijk, maar het is ook makkelijk als je onderweg zelf een band kunt plakken of er een nieuwe op kan leggen. Vroeger had ik een ketting, nu een riem: ben ik erg blij mee!”

Lees ook: Riemaandrijving uitgelegd: wat is het en wil je het op je fiets?

3. Neem je reservespullen mee?

“Ik heb altijd een reservebinnenband bij me. Krijg je een lekke band, dan leg je de nieuwe erop. De lekke band fix je ’s avonds op de camping. Oppompen, in een pannetje water ­leggen en je hebt het gat zo gevonden. Remblokjes moeten ook mee. Ik heb al jaren vier spaken bij me, maar nooit nodig gehad. Verder tiewraps, duck-tape, inbussleutelsetje, fietsreparatiedoosje, reserveboutjes en moertjes. ­Ketting? Neem dan een kettingponsje en een verbindingsschakeltje mee. Dan kun je een gebroken ketting altijd en overal zelf maken.”

4. Wat voor tent neem je mee?

“Ik heb al jaren een MSR tweepersoonstent. Eerst de Hubba Hubba en nu de Hubba Hubba NX voor de zomer, en in de winter de MSR Access 2. Beide wegen 1,8 kilo. Het verschil zit ’m in de binnentent; de winterversie heeft minder horrengaas. Ze zijn niet goedkoop, wel snel droog, en heel licht. En de fabrikant levert goede service.”

5. Wat doe je met (af)wassen?

“Ik heb een klein flesje eco-afwasmiddel mee. Mijn fietskleding was ik met douchgel. Op rustdagen draai ik een wasje op de camping. Tegenwoordig heb ik ook altijd handgel mee.”

Lees ook: Lifehacks voor fietsen: fietshack handgel & smeer

6. Hoe bereid je je fysiek voor?

“Ik fiets het hele jaar door, dus infietsen vind ik niet nodig. Wel let ik er bij het plannen op dat ik niet meteen moet klimmen, maar eerst een stuk vlak heb. Ik probeer mijn lichaam te laten wennen. Dus rustig opstarten met 40 tot 60 kilometer per dag en dan uit­breiden naar 60 tot 80 en soms 80 tot 100 kilometer.”

Lees ook: Fietsconditie opbouwen? Zo wen je aan meerdere dagen fietsen

7. Hoe ben je verzekerd?

“Ik heb een WA-verzekering, een doorlopende reisverzekering en rechtsbijstandverzekering. En natuurlijk een ziektekosten­verzekering. Als er iets is, moet je eerst contact opnemen met de verzekeraar. En ook belangrijk: een rekening moet zijn opgemaakt in een taal waar de verzekeraar wat mee kan.”

Lees ook: Fietsen in het buitenland? Fietsreisleider Felix Verhoeven geeft 10 tips