Fietsverlichting: een reeks heldere tips op een rij

Goede fietsverlichting is van belang om veilig van a naar b te komen in onze donkere dagen. Vooral als je met je e-bike of speed pedelec een hoge snelheid bereikt, wil je dat anderen je op tijd opmerken. Daarnaast wil je het wegdek in de gaten kunnen houden om obstakels op tijd te zien en niet door een verzakking te rijden.

Fietsverlichting: een reeks heldere tips

Ook zijn er zaken die je waarschijnlijk niet wil. Denk aan een boete van 70 euro omdat je verlichting niet in orde is. Of verblind raken door de verlichting van andere fietsers. Laat staan hen zelf het fietslicht in de ogen schijnen! Daarom wat heldere tips op een rij.

Je medefietsers niet verblinden? Kwestie van goed afstellen.

Fietsverlichting: hier denk je aan

1. Wat zijn de wettelijke eisen voor je fietsverlichting?
Gek genoeg stellen we geen eisen aan de lichtsterkte van de fietsverlichting. Een batterijlampje dat bijna op is voldoet wettelijk gezien al. Wel moet je voldoen aan kleurvoorwaarden: wit of geel voor, rood achter. Verder moet het licht van je koplamp recht naar voren schijnen en dat van de achterlamp recht naar achteren. Je licht moet aan zijn in het donker, schemer én met slecht zicht. En let op: knipperende verlichting is verboden.

WAAR FIETS JE?
Bedenk waar je fietst in het donker. Alleen in de stad of op goed verlichte paden? Dan is volstaat verlichting waardoor anderen jou goed zien. Fiets je vaak op het platteland, op onverlichte paden, dan wil je een sterkere voorlamp die je voldoende zicht geeft.

2. Verblindende fietsverlichting
Ken je dat? Dat de fietsverlichting van andere fietsers je (steeds vaker) verblindt? Volgens Kees Bakker, consumentenvoorlichter van de Fietsersbond, ook bekend als TestKees, ligt dat onder meer aan de betere, ‘wittere’ (led)lampen van tegenwoordig en aan de afstelling.
Voorkomen dat je je medefietsers het licht in de ogen schijnt? Dat doe je door je lamp “gewoon uit te proberen op een donker weggetje”, aldus Bakker. “De lichtbundel moet op een redelijke afstand op het wegdek schijnen. Daarbij moet die bundel lager dan je koplamp blijven. Is de bundel hoger of gelijk, dan heb je kans dat je iemand verblindt.”

3. De meest betrouwbare verlichting
Bakker testte twee jaar geleden fietsverlichting uitgebreid. Zijn indruk is dat fietsverlichting steeds beter wordt en ook nog eens goedkoper. Voor de meest bedrijfszekere oplossing op een gewone fiets kiest Bakker echter een naafdynamo met bedrading naar voor en achterlicht. “Wil je toch een achterlicht op batterijen, kies er dan een die werkt op twee AA-batterijen, want die gaan drie keer zo lang mee als kleine AAA-batterijen.”

Meer tips? Specialist Erik van Ginhoven geeft er hier nog een aantal.

Lumen, Lux en Candela

LUMEN, LUX & CANDELA?
Op de website van fietsverlichtingsproducent Spanninga staat uitgelegd hoe het zit met deze waarden. Zo staat Lumen voor de totale lichtenergie van een lichtbron. Lux en Candela refereren aan de intensiteit van licht in een bepaalde richting van de bundel. Candela staat gelijk aan de totale lichtbundel. De Lux-waarde hangt af van de afstand van de lichtbundel. Lees HIER verder.

STUK? TIP VOOR ALLE LEEFTIJDEN..
Is je fietsverlichting defect? Misschien kun je uit de voeten met de video’s die Veilig Verkeer Nederland maakte over het repareren van je batterijverlichting en je naafdynamoverlichting. Gericht op jongeren, maar uiteraard geschikt voor alle leeftijden. Je vindt ze HIER op de website.

Voor je achterlicht wordt meestal de Candela-waarde gebruikt. De achterlichtsterkte ligt tussen de 1 tot 4 Candela. Dit is gelijk aan 0,01 tot 0,04 Lux. (bron: Spanninga)