Zonder wat stuurmanskunst ben je niets op de fiets. Al helemaal niet op een mountainbike of racefiets. Maar je gaat ook een stuk zelfverzekerder bochten rijden op je hybride of e-bike als je stevig koers kunt houden. En dát kun je vergemakkelijken en leren, aan de hand van deze 5 tips.
Dat komt wel goed met die haakse (foto: Flyer)
Bochten rijden
1. Grip
Onderzoek eens hoe goed je eigenlijk grip hebt op je stuur. Geven je handvatten een prettige steun? Zijn ze niet te glad of te smal? ‘Zitten’ ze lekker? Het gevoel hebben dat je je stuur stevig vast hebt, is van groot belang. Investeren in een goed stel handvatten is dan ook een prima idee. Of een paar fietshandschoenen. In de zomer geven deze extra grip als je zweethanden krijgt door de warmte! Ook bieden ze extra comfort door de eventuele padding.
2. Stuurhoogte
In het verlengde van bovenstaande: bekijk of je stuur niet te hoog of te laag staat om goed te kunnen sturen. Of niet te ver naar voren of naar achteren. Dat is namelijk van grote invloed op het stuurgedrag van je fiets. Ben je niet zeker van je zaak? Vraag je fietsenmaker om hulp.
3. Kijken, dé tip
Zit het wel goed met je houding, grip en stuurafstelling? Dan begint goed sturen en bochten rijden simpelweg met goed kijken. Dat klinkt makkelijker dan het soms is. Want je moet niet naar je voorwiel kijken, niet naar de krappe meter voor je wiel en niet naar het grind in de bocht zelf als je er vlakbij bent. Beter kijk je verder vooruit: door de bocht heen. Kijk naar waar je naar toe wilt en je zult zien dat je terecht komt waar je blik zich op richt.
4. Pedaalstand
Let bij het nemen van een bocht op de stand van je pedalen. Zorg dat je binnenste pedaal omhoog staat en je buitenste pedaal omlaag. Door met je voet druk uit te oefenen op je buitenste pedaal heb je invloed op je stabiliteit, en scherpte van je bocht. Probeer maar eens.
5. Rem
Moet je remmen? Doe dat dan voor de bocht en niet in de bocht. Zo houd je meer controle over wat er in de bocht gebeurt.
Meer tips?
Heb jij nog een goede aanvullende tip? Deel ‘m hieronder!
Lees ook: Test je fietsvaardigheid EN Afdalen op de fiets? 9 tips – ook voor e-bikers
5 reacties
Als je snel een obstakel wilt ontwijken, stuur er dan in het begin een beetje, heel eventjes, naar toe. Dit heet tegenstuur. Je zult zien dat de fiets dan een beetje van het obstakel wegvalt waardoor je makkelijker kan wegsturen. Oefen dit een paar keer zodat je weet hoe het aanvoelt en om het automatisme af te leren om meteen te proberen weg te sturen van het obstakel.
Wellicht overbodig maar als je moet remmen altijd 80-20 regel zeker bij nat weer of voor een bocht dus voor 80% je achterrem gebruiken en voor 20% je voorrem, veel fietsplezier!
Bedankt voor je, zeker niet overbodige, reactie. Helemáál relevant bij een afdaling in nat weer die uitloopt in een bocht…
Sturen door te kantelen. Sturen gaat natuurlijker door het handvat van de zijde waar je naar toe wil naar beneden te drukken en de andere kant van het stuur iets te tillen. De fiets kantelt dan min of meer onder je en je blijft zelf meer rechtop. Hierdoor verminderen de zijdelingse afschuifkrachten. Motorrijders gebruiken dezelfde techniek en leren dat bi de rijlessen.
80% remkracht achter…. Dan weet je tenminste zéker dat je achterwiel gaat slippen. Zeker op een natte weg. Ik vermoed dat Hans bedoelt: 80% vóór en 20% achter. Dat is in ieder geval in het algemeen de betere keus.