Zo doe je langer met je fietsbanden: 4 tips

2

Een goede fietsband is niet goedkoop. Maar wel heel belangrijk voor het comfort én de veiligheid tijdens je tochten. Daarom vier praktische tips om langer met je fietsbanden te doen.

Met een goede band doorkruis je heel het land

Hoe lang kunnen fietsbanden mee?

Hoe lang je met een fietsband doet, is moeilijk aan te geven. Dat is afhankelijk van de ondergrond, je gewicht, hoe goed je de banden onderhoudt en vooral van wat voor type band er op je fiets zit. Fabrikanten van fietsbanden moeten altijd compromissen sluiten. Een band mag niet te snel slijten, maar moet ook voldoende grip en lekbestendigheid bieden. Die zaken gaan eigenlijk niet samen. Superslijtvaste rubbercompounds hebben altijd minder grip. Heel zachte banden met veel grip slijten juist weer snel onder je vandaan. Een anti-leklaag zorgt voor meer rolweerstand. Bandenmakers zijn dus altijd op zoek naar een ideale mix van alle componenten. Daar heb je zelf weinig invloed op.

Fietsbanden

Keuze genoeg in fietsbandenland

 

Levensduur fietsband

Toch kun je ook zelf veel doen om de levensduur van je fietsbanden te verlengen. Met deze tips doe je langer met een band, en blijf je veilig onderweg.

1. Bandenspanning
Zorg voor de juiste bandenspanning. Banden met een te lage spanning slijten heel snel. Daarnaast fietst het niet lekker en heb je grotere kans op een stootlek. Dat is een lek dat ontstaat doordat je tegen een randje oprijdt en je buitenband zover wordt ingedrukt dat deze de binnenband kapot drukt tussen velg en buitenband. Aan de zijkant van je band staat hoe hard je deze moet oppompen. Dit is afhankelijk van de maat en het type, maar ligt meestal ergens tussen de 3 en 4,5 bar. Een goede fietspomp heeft een manometer die precies aangeeft hoeveel lucht er in je band zit.

Wist je dat?
Uit de categorie nutteloze weetjes: je binnenband heeft na een stootlek vaak twee sneetjes, van beide zijden van de velg. Het ziet er uit alsof er een slang in gebeten heeft, de Engelse naam voor dit soort lekke banden is dan ook ‘snakebite’.

2. Loopvlak controleren
Check geregeld het loopvlak. Er kunnen steentjes, glasscherven of andere scherpe stukjes in zitten die, als je er mee doorrijdt, langzaam door de anti-lek laag heen geduwd worden. Als je er op tijd bij bent, kun je ze er met een pincet of kleine schroevendraaier meestal wel uit krijgen.

3. Vervang niet te vroeg
Vervang je banden niet te vroeg. Een wat gladdere band is niet per definitie versleten. Zeker in de zomer, als het wegdek meestal droog is, kun je prima doorrijden op een band die minder profiel heeft. Vervangen doe je pas als de breakerlaag (anti-lek laag) tevoorschijn komt. Dat zie je aan de blauwe plekken, zoals op de foto hieronder. Regelmatig checken dus!

fietsbanden

(foto: Schwalbe)

4. Slijtageverschil
Je achterband slijt veel sneller dan Je voorband. Door halverwege de levensduur je achterband te wisselen met je voorband kun je langer doen met je banden. Je bent halverwege als je ziet dat je achterband gladder wordt en soms zelf een beetje vierkant. Overigens is de buitenste laag van je band meestal slijtvaster dan de laag die eronder zit.

Deel.

Over de auteur

2 reacties

  1. ronald bello op

    Hoi, een snakebite komt volgens mij doordat de velg de binnenband plat drukt en dan door twee lagen stoot. Met een stoot recht van voren heb je kans op vier gaatjes=2 snakebites.

  2. Is je band ook aan vervanging toe, als er bagger en aarde aan blijft plakken als je over een bossage ondergrond rijdt?
    Soms loopt mijn wiel gewoon vast van de prut die er tussen komt