Op woensdag 17 maart kiezen we een nieuwe regering. Hoewel er een hele reeks punten is om rekening mee te houden, leggen we in dit stuk de focus op de fiets. Want op wie stem je als je de fiets hoog op de politieke agenda wilt hebben?
Stemmen voor de fiets
Wat denken politieke partijen te kunnen doen voor ons als fietsers? Dat is de vraag. Iemand die precies weet hoe de verschillende partijen over fietsen denken is Wim Bot, beleidsadviseur en lobbyist bij de Fietsersbond en programmawatcher voor de komende verkiezingen. Namens de bond voert hij al sinds 2008 een fietslobby richting de Tweede Kamer. Ondanks het feit dat het meeste fietsbeleid op lokaal niveau wordt gemaakt – de gemeentes zijn verreweg de grootste wegbeheerders als het gaat om het aantal kilometers fietspad – zijn de komende verkiezingen toch heel belangrijk, legt hij uit. “Het fietsbeleid is een samenspel tussen de verschillende overheden. Er is vorig jaar bijvoorbeeld een Rijksregeling getroffen waarbij er over een periode van tien jaar een half miljard euro wordt uitgetrokken voor verkeersveiligheid. Met dat geld vergoedt het Rijk 50 procent van de kosten die gemeenten en provincies maken om de verkeersveiligheid te verbeteren. Verreweg het meeste geld gaat naar fietsveiligheid, want men beseft wel dat er te veel fietsongevallen zijn. Zo kunnen gemeentes het probleem beter aanpakken, mits ze concrete plannen hebben. Dat geldt ook voor alle grote stationsstallingen die er zijn en komen. Daarvan wordt 40 procent door het Rijk betaald.”
Het fietsvriendelijkst?
Belangrijk dus, die verkiezingen. En dan rijst de vraag welke partijprogramma’s het fietsvriendelijkst zijn. Bot maakte voor de Fietsersbond een vergelijking op tien punten. “Er zijn vijf partijen die goed scoren: D66, GroenLinks, de ChristenUnie, de Partij voor de Dieren en de PvdA. Daarna komen er nog een paar partijen
die matig scoren, en er zijn er ook een paar die nauwelijks iets over de fiets zeggen. De grootste daarvan is de PVV, die met geen woord over de fiets rept. De VVD heeft slechts één zinnetje, namelijk dat het wil investeren in infrastructuur ‘waar dat het meest effectief is’ – of het nu gaat om autowegen, fietspaden of het OV. Met dat ene zinnetje scoor je in onze vergelijking niet hoog, maar het kan wel een heel cruciale zin zijn in onderhandelingen: op basis daarvan kan de partij toch akkoord gaan met investeringen in fietsinfrastructuur”.
Meerdere thema’s
De vijf genoemde ‘fietspartijen’ besteden veel aandacht aan de fiets op verschillende punten, vindt Bot. ‘Je ziet meerdere thema’s terugkomen: de fietser en voetganger op één in de stad, meer stationsstallingen, meer snelfietsroutes en een lagere maximumsnelheid in de bebouwde kom. Verder is er toenemende aandacht voor gezondheid, bewegen en preventiebeleid. Al met al heeft de Rijksoverheid steeds meer aandacht voor de fiets, meer dan tien à vijftien jaar geleden. Een tijd lang was het idee: fietsen is hartstikke leuk, maar dat regelen de gemeentes wel. Nu zie je dat elk Tweede Kamer-debat over mobiliteit ook gaat over fietsen’. De ene partij doet er meer aan dan de ander, dat wel. ‘We hebben bij de vorige verkiezingen gezien dat de partijprogramma’s van D66 en GroenLinks het meest fietsvriendelijk waren, en die partijen hebben op dat vlak ook echt het meest gedaan in de afgelopen vier jaar – ik heb al die commissievergaderingen in de Tweede Kamer bijgewoond en dat met eigen ogen kunnen zien. Dat is iets om nu rekening mee te houden’.
Vergelijking Fietsersbond
De Fietsersbond stelde in 2020 een ‘verlanglijst’ op met tien fietswensen, zoals (1) investeer in fietspaden en fietsvoorzieningen, (2) zet voetgangers en fietsers op één en (3) investeer in snelfietsroutes. Aan de hand van deze lijst maakte de bond vervolgens een vergelijking van de fietsambities van de verschillende politieke partijen. Benieuwd naar de programmavergelijking? Bekijk alle punten op de site van de FIETSERSBOND
Tekst: Elias de Bruijne